In het zomersemester van 2024-2025 heb ik een NVT-stage gevolgd bij het instituut voor Nederlandse filologie aan de Universiteit Münster.

Universität Münster en het Haus der Niederlanden

Universität Münster is de zesde universiteit van Duitsland en heeft vijftien verschillende faculteiten. Het instituut voor Nederlandse filologie (het INP: Institut für Niederländische Philologie) is een onderdeel van de faculteit filologie binnen de universiteit, waaronder ook bijvoorbeeld Germanistik valt. Het instituut is gehuisvest in het Haus der Niederlanden, een groot gebouw in het centrum van de stad, waar bij het tekenen van de Vrede van Münster de Nederlandse delegatie werd ondergebracht. In het Haus der Niederlanden zijn drie instituten vertegenwoordigd, die allemaal iets met Nederland te maken hebben, namelijk het INP, het ZNS (Zentrum für Niederlande-Studien) en een bibliotheek met de grootste Nederlandstalige collectie van de wereld buiten Nederland. Het ZNS is gespecialiseerd in de verhoudingen tussen Nederland en Duitsland op verschillende gebieden zoals politiek, economie en cultuur. Het INP is gespecialiseerd in het leren over de Nederlandse taal en cultuur. Er worden onder andere  letterkunde, taalkunde en spraaklessen gegeven. De kantoren van het INP en het ZNS zijn allemaal in hetzelfde gebouw, dus er is zowel contact met de docenten van het INP als met de docenten van het ZNS en de bijbehorende studentassistenten van beide instituten. Er heerst een ontzettend open sfeer en iedereen kent elkaar. Het voelde heel prettig om zo snel opgenomen te worden in de organisatie en werd er vaak een praatje gemaakt op de gang. Er zijn drie lokalen aanwezig in het gebouw, waardoor alle studenten en docenten (zowel Bachelor als Master en van allebei de opleidingen) elkaar tegenkomen in het gebouw. De bibliotheek kan ook gebruikt worden als studieplek, waar veel studenten gebruik van maken. Tenslotte is er ook nog een tentoonstellingsruimte die altijd vrij toegankelijk is voor iedereen, ook mensen die niet studeren, bijvoorbeeld toeristen. Er is altijd veel te doen in het Haus der Niederlanden, er worden vaak lezingen en andere bijeenkomsten georganiseerd.

Voor elke discipline (taalkunde, letterkunde, spraak, didactiek en cultuur) zijn er verschillende docenten met een eigen expertise. Docenten geven vaak bij meerdere cursussen college en elke docent heeft een eigen studentassistent (dat zijn ouderejaarsstudenten Nederlands). Er zijn relatief veel studenten Nederlands, in de eerstejaarsgroep waren er dit zomersemester ongeveer dertig studenten. De meeste studenten kennen elkaar, ook door de jaarlagen heen, omdat de opleiding vrij kleinschalig is.

De Aasee, de ideale plek om te picknicken of te wandelen

De opleiding Nederlands in Münster

De opleiding Nederlands zit als volgt in elkaar. Tijdens in het eerste jaar krijgen studenten intensieve taalvakken, om aan het einde van het jaar allemaal op een B1-taalniveau uit te komen. Daarnaast volgen de eerstejaarsstudenten verschillende vakken rond letterkunde, taalkunde, cultuurkunde en didactische vakken. De daaropvolgende jaren kunnen studenten kiezen uit de vakken die worden aangeboden, hoe ze zich verder willen specialiseren. Bachelorstudenten die Nederlands studeren kunnen er bijvoorbeeld voor kiezen om leraar Nederlands te worden. De specialisatie richting het onderwijs is vooral bedoeld voor studenten die leraar Nederlands willen worden in het Euregio-gebied tussen Enschede en Münster. Nederlands wordt in dit gebied vaak op basisscholen en middelbare scholen onderwezen. Studenten in Duitsland volgen vaak meerdere studies tegelijk om een betere baankans te hebben als leraar. Naast de opleiding Nederlands volgden veel studenten ook bijvoorbeeld een opleiding biologie of wiskunde.

De stagetaken in Münster

Mijn stage binnen het INP bestond uit verschillende werkzaamheden. Zo heb ik tijdens het zomersemester college gegeven aan eerstejaarsstudenten Nederlands, voor de cursus Nederlands 2. Deze colleges hadden als doel voor de studenten om B1-niveau te bereiken (schrijven, spreken, luisteren) en daarnaast leerden studenten over de Nederlandse cultuur. Ik heb de colleges voorbereid en uitgevoerd aan de hand van een methode en daarnaast extra hand-outs en powerpoints gemaakt. Ook heb ik bij schriftelijke en mondelinge tentamens gesurveilleerd. Daarnaast heb ik om de twee weken een taalcafé verzorgd voor de eerstejaarsstudenten om te oefenen met het spreken van Nederlands. Dat deed ik door bijvoorbeeld taalspelletjes samen met de studenten te doen of door samen over verschillen in de cultuur te praten.

De cursus voor eerstejaars telde ongeveer vijfentwintig studenten waaraan ik lesgaf, bij de taalcafés waren vaak vier studenten aanwezig en gemiddeld was ik ongeveer zes tot tien uur in de week bezig met mijn stage. Naast mijn stage heb ik ook zelf vijf vakken gevolgd bij het INP en ZNS met verschillende invalshoeken, zoals poëzie en didactiek. Het is leuk om ook vakken bij het ZNS te volgen, omdat de focus van de vakken ligt op relatie tussen Nederland en Duitsland. Ik had vier dagen in de week les, ongeveer twee tot vier uur per dag. Naast de stagetaken rond het lesgeven, heb ik ook samen met de studentassistenten meegeholpen bij activiteiten in en rond het Haus der Niederlanden, zoals lezingen en tentoonstellingen. Ook ben ik begeleider geweest bij een excursie vanuit Münster naar Paleis het Loo.

Waarom zou je voor Münster kiezen?

Münster is een kleine en gezellige stad. De universiteit is een groot onderdeel van de stad met faculteiten in de binnenstad en veel voorzieningen voor studenten, zoals gratis OV en gratis toegang tot theatervoorstellingen. Münster is een groene stad en staat bekend om de goede fietsvoorzieningen. Omdat Münster relatief klein is, voelt de stad vrij snel vertrouwd en kom je snel bekenden tegen. Münster ligt relatief dicht bij Nederland, dus het is goed mogelijk om in het weekend op en neer te gaan met de trein of de auto. Ondanks de geringe afstand tot Nederland is er weldegelijk sprake van een volledig andere cultuur. Zo zijn er veel vrije dagen en vakanties, en is het gebruikelijk om ‘s middags warm te eten.

De Promenade, het fietspad om de binnenstad heen

Tips

Als student kun je goedkoop eten in de zogenaamde Mensa’s, waar je voor ongeveer vier euro een volledige maaltijd kunt krijgen (inclusief toetje). Dit is niet alleen handig, maar het is ook heel gezellig om samen te lunchen met studiegenoten. Daarnaast is het slim om op tijd te beginnen met het zoeken naar een kamer en om een fiets mee te nemen. Ten slotte organiseert het Haus der Niederlanden veel gratis lezingen, tentoonstellingen en activiteiten waardoor er vaak elke week wel wat te doen is.